
De mensen op de foto’s werkten nauw samen met non-profitorganisatie AMI (Association Modeste et Innocent). Maandenlang werden kleine groepjes Hutu’s en Tutsi’s samen begeleid. Sommige ‘koppels’ kletsten wat, bij anderen was de spanning nog enorm voelbaar. Hugo merkte dat er verschillende niveaus van vergiffenis zijn. En dat zie je terug in de foto’s:
Jean Pierre Karenzi (l) vermoordde de vader en drie broers van Viviane Nyiramana: “Ik vergeef hem, omdat hij dat aan me heeft gevraagd. Ook heeft hij samen met andere daders een huis voor me gebouwd.”

Godefroid Mudaheranwa (l) stak het huis van Evasta Mukanyandwi in de fik en wilde haar en haar kinderen vermoorden: “Eerst haatte ik hem, maar toen hij me smeekte om genade, zag ik dat hij het meende. Nu beschermt hij me.”

Cansilde Kampundu (l) heeft Juvenal Nzabamwita vergeven voor het verwoesten van haar eigendommen, en ook voor het feit dat zijn vader betrokken was bij de moord op haar man en kinderen: “Ik heb niemand meer, dus ik vergeef. Want wie staat er anders naast mijn bed als ik ziek word?”

Cesarie Mukabutera wist het niet, maar Deogratias Habyarimana (r) was betrokken bij de moord op haar kinderen. Toch accepteerde ze zijn excuses: “We zijn allemaal Rwandezen. De genocide kwam door slecht leiderschap: broers en zussen tegen elkaar.”

François Ntambara (l) deed mee met de moord op de zoon van Epiphanie Mukamusoni. Maar nu helpt hij haar bij alles: “Als ze water wil, ga ik het halen. Er is geen wantrouwen tussen ons.” Epiphanie vergeeft hem, omdat hij volgens haar bezeten was door de duivel. “Ik behandel hem nu als mijn eigen kind.”

Dominique Ndahimana voelt zich weer een normaal mens sinds hij is vergeven door Cansilde Munganyinka, wiens dorp hij had leeggeroofd. Later heeft hij een huis voor haar gebouwd. “Ik voel me weer veilig.”

Deze en meer portretten uit de serie Portraits of Reconciliation worden deze maand in Den Haag tentoongesteld.
NY Times
http://www.nytimes.com/interactive/2014/04/06/magazine/06-pieter-hugo-rwanda-portraits.html?_r=1